Alternatieve meningen Delftse telling
Cor Westerveld (meervoudig kampioen van Noord-Holland) |
Waarom zouden we een Delfse Telling invoeren? Alleen maar omdat er teveel
remisepartijen zijn? Dat is simpel te voorkomen door in de wedstrijdregels
een bepaling op te nemen dat spelers verplicht zijn om minimaal vijftig
zetten te doen. Het aantal overwinningen zal dan snel omhoog gaan.
Immers, afspraken om remise te spelen zullen dan snel verminderen, omdat die
in de praktjk toch niet in alle gevallen zullen worden nagekomen.
|
|
|
Marc de Meulenaere |
Eerste oplossing:
Ik kan mij nog niet uitspreken over Dt aangezien ik er geen ervaring mee heb.
Wat ik wel weet is dat dammen met het 2-0 1-1 puntensysteem al 100j meegaat en
er werd vroeger nooit over gezeurd dacht ik toch ?. Hoe komt het dat er te veel
remises zijn ? . waarschijnlijk doordat er beter trainingen zijn en de pc de
intrede heeft gedaan zo dat er nu meer dammers zijn met redelijk nivau ,
vandaar meer remises ; nu met de teveel remises is niks aan de hand was het
niet zo dat er ook eens aandacht wordt gegeven aan de tijd !!(klok) waarom niet
bv 3u per partij en is de tijd om dan ben je simpel weg verloren zoals bij het
sneldammen ook gebeurt (ook als stond je huizenhoog gewonnen, tuurlijk is dat
niet leuk zo te verliezen maar zie sneldammen,) Dit gewoon dammen = geen
sneldammen 10min!; NEE nu 3u per partij per speler alles blijft bij het zelfde
aleen de winsten zullen meer zijn en de remises minder dat is mijn idee
daarover .
Maar toch blijkt uit de partijen die ik speel waar van ze 6u duurden
dat de zwakste er toch aan onderdoorgaan (concentratie nivau daalt ). Stel je
voor dat je nu met een tijdslimiett zit ,de betere spelers moeten nu maar
bewijzen dat ze binnen de 3u de klus kunnen klaren en de minderen tja die zien
ook dat ze met meer tijd verbruiken en toch maar de remise moeten forceren !!(
want meer tijd gaan ze zowie zo toch verbruiken ). Hier bij wil ik dus wel
zeggen dat ze na een 3x1!!!!!! ''en in tijd bv elk nog 30min'' de vrede moet
getekent worden na de gebruikelijke 15 zetten regel, en dus niet op de tijd! kan
verder gespeeld worden . Natuurlijk als het om nog enkele minuten gaat in een
3x1!!!!!! moeten ze maar binnen die minuut die 15 zetten doen en lukt dat dan
is het remise zo niet valt de vlag 2-0 ( addertje onder het gras is dat de
ene met 1dam ook nog 50% kans heeft op winst(tijd) lol MAAR ! ? jammer genoeg
niet goedgenoeg meer is voor remise) conclusie : er zal ook meer spektakel zijn
,meer winst , minder geroezemoes , minder rondgeloop in de speel zaal (tijd),
er zal meer gedamd worden en beter vivau!! . Al bij al de ideale oplossing voor
de remise probleem uit de weg te ruimen zonder dat er echt veel veranderen moet
worden
Een tweede oplossing:
Zelfde principe! ander indeling van de tijd, en nu komt het ! : Een set van 2
partijen laten spelen 1u30per partij per speler 1x met kleur (wit) en 1xmet
kleur(zwart) ( samen 6u) ook dus hier weer zelfde regels tijd om = tijd om
deze manier is echt wel op het resultaatgerichte 2-0 maar wordt dus bij 2x
winst... 4-0 . 4punten en bij de echte remises kan het ook 3-1 zijn of zelfs
2-2 zo dat er telkens als je een partijset gespeeld hebt zowel ...4, 3 , 2, 1,
0 punten kan hebben ! dat zijn pas cijfers . ook hier weer meer gedam en
minder rondgeloop , stiller ,meer punten , meer spektakel ,hogere scores ,
helaas hier misschien nivau daling? Er zal hier meer op de tijd gespeeld worden
!.
Ik heb nog en zeer eevoudige oplossing om de remise grens te doorbreken . En
dat is namelijk zo, door 1 regeltje te schrapen in het dam regelment ! en te
veranderen door dit > en dat is = verplichte leesbare! notatie bij tijdnood ik
denk ook dat daar door meer klok overwinningen komen en dat maakt het dus
intresanter , bij niet verdere notatie , partij verbeurt verklaard zeer simpel
maar effiecient , snap je het !
|
|
|
Arie te Lindert (odb den haag) |
Ik ben het met cees groen eens en laten de heren die dit willen en het ook voor
elkaar krijgen, zelf een bond oprichten b.v. dtb.en neem 1000 leden mee en laat
die andere 9000 DAMMERS. met rust en hun oude telling houden want deze maken de
damsport niet kapot met salon remises.want er wordt al zoveel veranderd neem nu
de bondscompetitie er zijn er maar weinige die het nog kunnen volgen.
|
|
|
Rinus Morsink (Nijverdal) |
Ik heb de discussie over een nieuwe puntentelling min of meer gevolgd,
totdat ik tot het besef kwam dat door een nieuwe puntentelling, of dat
nu een verdeling 5-3-2-1 is of wat anders, ook een gedeeltelijk ander
spelletje tot gevolg kan hebben. Zo kan ik me voorstellen dat er een
categorie spelers komt die zich toelegt op het behalen van kleine
voordeeltjes om via voordeelremises een goed eindresultaat neer te
zetten. Of spelers die al te riskant spel gaan mijden omdat de
ontsnappingsroute door een nadeelremise geblokkeerd is.
Nu is de hele discussie naar mijn indruk ontstaan uit de onvrede en
frustatie die er heerste omtrent het hoge remisepercentage in
topwedstrijden. Ook zijn er dammers die het imago van de damsport op
willen poetsen met meer aansprekende uitslagen (" Heb je
gewonnen?",
vroeg zijn vrouw. "Nee, het werd remise met 3-1!) en andere
argumenten
worden genoemd , die ik alle niet zal herhalen.De werkgroep
Puntentelling doet ondertussen heel erg haar best om het nieuwe en
revolutionaire in deze erg te promoten en ik hoor maar weinig van
mensen, die vraagtekens bij dit plan ( zo te horen eigenlijk al meer
dan
een plan) zetten en men is druk doende om het geheel met praatjes en
plaatjes te verluchtigen.
U hoort al dat ik geen voorstander ben van de operatie zoals die nu op
stapel staat, maar ik kan me wel voorstellen dat er iets moet gebeuren
om het remisegevaar een beetje uit te bannen en wat meer onderscheid
in
de ranglijsten te krijgen op objectieve gronden en niet op grond van
zoiets als het SB-systeem. Vandaar dat het mij als eventuele
tussenstap
een beter idee lijkt om als een soort doelgemiddelde voor- en
nadeelremises in de ranglijsten op te nemen en bij gelijk eindigen van
spelers dit als norm voor de plaatsing te hanteren. Zo kunnen we wat
ervaring met dit fenomeen opdoen en misschien wat aan het idee wennen,
waarna we nadien tot de eindconclusie kunnen komen of een nieuwe
puntentelling echt gewenst is of niet.
|
|
|
Jelmer Martens (lid DVSB Zeist) |
Na dertien jaar ben ik weer begonnen met het spel waar ik in mijn jeugd zoveel tijd in heb gestoken. Er is intussen wel veel veranderd: van 10.000 naar 8.000 KNDB-leden; de computer schiet gaten in vele kundige analyses en dus nu de discussie over de Delftse telling. Ik voeg mij bij het leger van de tegenstanders: dit leidt alleen tot nog voorzichtiger spelen en inderdaad de nekslag voor omsingelen en andere tactische systemen.
Waarom moest de 3-0 weer worden afgeschaft? Dat beloonde juist spelers die
risico durfden te nemen. Natuurlijk zijn dan onsportieve driehoekjes mogelijk,
maar in het voetballen is de 3-0 al jaren gemeengoed en daar zijn de belangen
nog veel groter. Als we de spelregels gaan veranderen, laten we dan de
Thaise/Zwarte dam invoeren, dan wint zelfs twee tegen één. Zondag 2 november
experimenteert Rijnsburg daarmee tijdens een sneldamtoernooi (staat niet op de
KNDB-agenda!).
Maar laten we beginnen met de WK-matches definitief af te schaffen en alleen nog maar WK-toernooien te houden. Toen Sijbrands tijdens het laatste WK van Georgiev verloor, stond er plotseling een verslag in alle kranten. Het kanon verliest; hoezo remisespel? Van publiciteit moeten we het hebben; via de Delftse telling bevestig je alleen maar het remise-imago zonder daar echt iets aan te doen.
|
|
|
Bram Doeves (secretaris DID Zoetermeer) |
Beste dammer,
Ik ben voor en tegen de Delftse telling. Ik ben ervoor als het gaat om het NK of
toernooien voor dammers met een hoge rating. Al die grootmeesterremises doen het
imago van het damspel geen goed. Zie met name de partij van Rob Clerc tegen
Gantwarg uit het laatste Delftse toernooi. Ondanks enorm overwicht van Clerc
door schitterend dammen zou dat toch weer 1-1 zijn geworden volgens de gewone
telling, nu werd de uitslag 3-1, veel bevredigender. Ik ben ertegen als het gaat
om dammen tussen 'gewone' dammers. Die hebben geen last van grootmeesterremises
en die blijven dammen omdat ze juist vanwege de brede remisemarge ook nog kans
op remise hebben tegen veel betere dammers!
|
|
|
Jan Lammers |
Vreselijk, om op teletekst en in de krant weer de uitslagen te lezen: 1-1 1-1 1-1 1-1 1-1 1-1 enz.
Maak van een overwinning 3-0; schaf de 1-1 volkomen af en vervang die door 2-1.
Als een partij in remise eindigt, moet er een barrage gespeeld worden met
tienminutenpartijen net zolang, tot bekend is, wie 2 punten krijgt en wie 1.
Het publiek (en zeker de sponsor) wil zien, dat er gewonnen wordt.
Maar: laat het spel zoals het is. het is een mooi spel en de regels zijn goed.
|
|
|
Cees Groen |
Beste dammer,
Ik ben tegen DT om de simpele reden dat een mindere speler die zich het
apelazerus heeft gewerkt tegen een topper wordt gestraft.
Hij verliest namelijk alsnog met 3-1 en WAAROM????
Als dan toch verandert moet worden, laat dan degene met de minste rating bij
remise met 3-1 winnen..............dat is eigenlijk net zo belachelijk,maar even
eerlijk als DT!!!
|
|
|
Rik Twilhaar |
Beste Dammer,
Ik ben tegen een puntenoverwinning. De puntenoverwinning vind ik een slechte
poging om het dammen aantrekkelijker te maken. Ook durf ik te beweren dat het
minder aantrekkelijk zal worden voor de buitenstaander. Het is toch zo dat des
te meer regels, des te ingewikkelder dammen wordt, dus het spel wordt minder
toegankelijk voor de "nieuwe dammers". We zijn er met zijn allen op gericht om
het ledenbestand van de KNDB weer naar 10.000 leden te krijgen, en dat de
wereldtoppers tot onderlinge beslissingen komen. Is het dan niet zo dat we dan de
dynamiek moeten verhogen in plaats van veranderen, want je creëert nu een ander
spel.
Als we dan een nieuwe wereldkampioen krijgen, dan heeft hij die gewonnen omdat
hij in de beslissende wedstrijd een voordeeltje had. NEE hij heeft niet zijn
tegenstander verslagen, hij was niet is staat om al zijn stukken te winnen. Hij
was er wel bijna, zijn tegenstander had nog maar 1 dam. Dat is toch hetzelfde
als we in op het WK voetbal in de finale stoppen na 90 minuten, en zeggen de
wereldkampioen wordt dat land dat de meeste kansen had. Want dat land was beter,
maar was net ongelukkig en kon de 1-0 niet maken. Belachelijk zeg ik.
In de tijd van de match tussen Jannes van der Wal en Harm Wiersma om de
wereldtitel werden velen remises gespeeld. Was dat erg? Nee dammen in Nederland
had zijn hoogtij dagen. De populariteit was enorm, zowel van de spelers als van
het spel. We moeten weer iconen creëren, en daar zie ik een schone taak voor de
bestuurders. Zorg eens voor goede publiciteit en een goede PR. De surrogaat
oplossingen die nu worden aangedragen zijn niet doeltreffend, maar missen.
Waarom een spel veranderen dat elke Nederlander kan spelen. We hebben daar zo'n
groot voordeel mee, niet elke Nederlander kan (bijvoorbeeld) bridgen die regels
zijn veel moeilijker, maar iedereen heeft een dambord thuis. Er moet "gewoon"
voor gezorgd worden dat ze dat dambord weer oppakken.
|
|
|
Bas Messemaker (deelnemer NK 2003) |
Ik ben tegen de delftse puntentelling. M'n voornaamste reden is dat de eenvoud
van het spel teniet gaat; als de DT wordt ingevoerd, kun je, denk ik, mensen
minder snel voor het dammen enthousiast maken.Zij snappen het spel niet meer; je
moet beginnende dammers gaan uitleggen dat een bepaalde positie niet gewonnen
is, maar wèl een puntenoverwinning oplevert. Het jammere is dan, dat je op het
bord niet meer kunt aantonen waarom een positie gewonnen is, maar gewoon op het
reglement moet wijzen. Esthetisch is het dan ook een lelijke oplossing.
Het invoeren van de DT is gebaseerd op de remisemarge in belangrijke toernooien
waar topdammers actief zijn; alleen de echte top heeft "last" van het
remiseprobleem, de rest van de dammers niet. Maar als een grootmeester remise
wil spelen, lukt het hem toch; kijk maar bijvoorbeeld naar het laatste DUWO
kennisstadtoernooi (het pronkpaardje van Henk de Witt en consorten), waarin
Macadou N'Diaye alles remise speelde ( 2-2). Naar mijn mening bestaat er
helemaal geen remiseprobleem; dit heeft de damwereld zichzelf aangepraat! Remise
hoort nu eenmaal bij het damspel en zegt zeker niets over de strijdlust van de
dammers achter de borden.
Het invoeren van de nieuwe puntentelling is naar mijn mening zeker te vroeg; het
lijkt me logisch dat je zo'n puntentelling eerst op de grote zomertoernooien
probeert en bij een eventueel succes pas invoert bij een NK....Maar dit punt is
al veel aangestipt.
Verder kan ik de rest van de argumenten die al zijn gegeven door de andere
tegenstanders gaan toelichten, maar dat is naar mijn mening al voldoende
uitgebreid gedaan! Deze argumenten spreken allemaal voor zich! Er moet dan ook
nog goed worden nagedacht over deze spelbedervende puntentelling voordat deze
wordt ingevoerd!
|
|
|
Gérard Jansen (nummer vijf in het WK 2003) |
Ik vind persoonlijk dat er al ontzettend veel heel goede reacties zijn gegeven
die deze drastische verandering voor de damsport zouden kunnen behoeden. Ik zal
deze dan ook niet nog eens extra toelichten, echter toch nog enige aanvullende
opmerkingen mijnerzijds:
Evenals bij de drie-punten overwinning vind ik de invloed van de uitslag van een
partij tussen twee concurrenten op de eindrangschikking van een derde speler(die
dus geen invloed uit kan oefenen op die partij) veel te groot. Ik bedoel hier
mee dat er twee spelers bewust op de twee-twee proberen aan te sturen tegen een
derde en vervolgens onderling wel de beuk er in gooien. Even voor Henk de Witt,
ik heb het hier dus niet over driehoekjes(dit argument werd destijds onder die
noemer nl. als niet belangrijk geacht).
Zoals eerder in andere reacties reeds gezegd zal dit tot gevolg hebben dat er
standen tot op het bot zullen worden uitgemolken. Ik denk dat dit inderdaad niet
echt het spel flitsender zal maken en zeker niet interessanter voor pers of
publiek. Ik snap ook niet goed dat NK-deelnemers, die toch zouden moeten weten
hoe zwaar een NK(of in de toekomst zelfs WK) is, een dergelijke verdere
verzwaring van het toernooi goedkeuren, ja zelfs aanprijzen.
Om niet alleen negatief te zijn en toch ook nog een beetje mee te denken met de
mensen die denken dat er wat moet gebeuren zou ik toch willen zeggen om nog eens
naar de formule van het EK te Domburg te kijken. Hoewel dit voor mij persoonlijk
ook nog niet zo gunstig zou zijn(als je gewoon werkt weet je natuurlijk graag
van tevoren hoelang je vrij moet zijn en dat weet je bij een dergelijk knock-out
systeem natuurlijk nooit) heb ik wel het idee dat er altijd sprake zal zijn van
spektakel bij de wedstrijden met versneld tempo. Ook m.b.t. het speeltempo zou
er volgens mij nog wel wat te halen zijn(ik denk zelf dan meer aan het
opschroeven van het tempo). Belangrijk bij dit soort zaken is echter wel dat
hiermee moet worden geëxperimenteerd, waarbij vermeld kan worden dat dit bij
deze varianten minder noodzakelijk zal zijn; er is hierbij nl. geen sprake van
een verandering in het spel zelf!!
Ik ben dus een tegenstander van de delftse telling, hoewel ik vermoed dat
ik er in de praktijk met mijn speelstijl zeer waarschijnlijk voordeel mee zou
moeten hebben!!
|
|
|
Bert Dollekamp (organisator NK doordammen) |
De Harksteder Telling
In 2001 meldde ik mij aan als lid van damclub DIO in Harkstede nabij Groningen.
Nadat ik de ballotage met succes had doorstaan kon het feest beginnen. Met een
telling die zijn tijd ver vooruit bleek, de Harksteder telling: 3-0 bij winst,
1½-1½ bij remise en 2-1 bij een partij met Voordeel. Oftewel precies de
verdeling die Rob Clerc nu voorstelt. Mijn zegen heb je, waarbij ik het in
Harkstede gehanteerde criterium voor de puntenoverwinning beleefd aanbeveel:
Weeg Het Hout, zodat bijvoorbeeld twee dammen een dam plus schijf de baas zijn
en een dam plus zes schijven het wint van drie dammen. Het charmante ervan is
dat je net als bij het huidige verschil tussen winst en remise een al even
heldere afbakening voor de puntenoverwinning hebt. Natuurlijk zal dan af en toe
de gelukkigste winnen, maar dat zul je altijd houden. Waarbij ik moet bekennen
dat ik me in andere wegingen niet zo verdiept heb en het feit dat de uitslag 2-1
in de onderlinge te Harkstede niet de overhand heeft, nog niet zoveel over het
NK zegt.
Het uitdelen van halfjes vind ik met Kees Thijssen alleen maar een verbetering
ten opzichte van het verleden. Staat genuanceerd en gewichtig en daar zijn
publiek, wetenschappers en sponsoren gevoelig voor. Ik ben het helemaal met Rob
eens dat je de puntenzege niet al te zwaar moet honoreren. Alles slaan is nog
steeds verreweg de grootste Kunst en met de 2-1 ontmoedig je enigszins de vlucht
in de voordeelremise. Helemaal dubieus is het als je (zoals in de huidige
Delftste telling en ook het Korfdammen van Prosman) met twee gelijkwaardige
remises (wat nu nota bene een knappere prestatie wordt!) minder zou verdienen
dan één echte winstpartij. Zie ook de terechte oppositie tegen het mislukte 3-0
1-1 experiment. Wat je ook bedenkt, ook de Kunst van het niet verliezen moet
naar behoren gewaardeerd worden.
Doordammen!
Bij de huidige discussie rond de puntentelling wordt regelmatig met alle respect
die daarbij hoort verwezen naar het doordammen van Jannes van der Wal. Mogelijk
ten overvloede wijs ik erop dat wat je nu doet geen doordammen is en zelfs geen
afgeleide ervan. Jannes heeft destijds in mijn herinnering bewust gekozen voor
de harde lijn, door de remisegrens gewoon een stukje op te schuiven, daarmee in
één simpele handgreep gefrustreerde grootmeesters, huilende schoolkinderen en
woedende onderwijzers (als weer een 3 om 1 remise werd verklaard) op hun wenken
te bedienen. Jannes wist ook wel dat daarmee in feite een geheel nieuw spel
geïntroduceerd was. Vandaar de naam. Het ging hem er primair om de in zijn ogen
structurele weeffout in ons spel weg te reglementeren met behoud van de
bestaande telling 2-0 en 1-1. Met de nu in aanbouw zijnde variant en een stevig
startgeld zou hij mogelijk wel weer hebben meegedaan, maar zeker weet ik dat
(helaas, helaas) niet. Wat ik wel zeker weet is dat Jannes verre de voorkeur gaf
aan een keiharde (maar nu wel rechtvaardige) scheidslijn, zonder gedoe met halve
winsten en nederlagen. Los van de nu op stapel staande gewaardeerde NK
experimenten met ons edele Damspel (of zo men wil definitieve aanpassing,
waarvan in tegenstelling tot wat in bulletin 1 staat natuurlijk altijd een weg
terug is) hoop ik dat we nog eens een Jannes van der Wal Memorial mogen beleven.
Waarin dan natuurlijk maar één spel gespeeld kan worden: Doordammen!
Marathondammen!
3 uur voor de eerste 50 zetten. Ton Sijbrands doet mee (ik heb het hem
gevraagd). Wat ik ermee wil zeggen. In zekere zin capituleren we met
hervormimgen voor onze eigen zwakte. Als alle Kansen op grootmeesterniveau ook
echt benut zouden worden zou het winstpercentage behoorlijk omhoog kunnen. Een
'foute' spelopvatting kun je in die drie uur niet wijzigen, zodat de kansen ook
dan blijven komen. Natuurlijk zullen ook de fraaie ontsnappingen toenemen, maar
per saldo ....
|
|
|
Pieter Hildering (vice-voorzitter werelddambond) |
(Bericht op persoonlijke titel)
Beste damvrienden,
Voor alle duidelijkheid zou ik U allen willen informeren dat de FMJD de regels hanteert welke binnen
de statuten van de FMJD zijn vastgelegd. Dit houdt in dat als er speltechnische veranderingen optreden
dit gevolgen kan hebben of over wel of niet plaatsing voor een door de FMJD georganiseerd toernooi.
Naar blijkt heeft de Delftse telling invloeden op het spel (eindspel) in het algemeen en heeft derhalve de
schijn van spelveranderingen. Ik geloof niet dat dit zonder meer te accepteren is.
|
|
|
Eric van Dusseldorp (landelijk topscorer eerste klasse 2002-2003) |
Het grootste bezwaar van de Delftse telling, en met name de voorgestelde
symmetrische variant, is de verarming van het spel. Het 'percentagedammen' zal
toenemen. Het spelen op kleine voordeeltjes zal gemeengoed worden. Interessante,
maar ook wel risicovolle, systemen zal men op de borden niet meer aantreffen.
Een speler die een omsingeling of een k.v.o. wil spelen, accepteert een zeker
nadeeltje voor allerlei tactische kansen. Wanneer zijn opponent het zo vlak
mogelijk houdt, blijft de omsingelaar of de k.v.o.-speler met het nadeeltje
zitten met als gevolg: een puntennederlaag.
De topspelers zullen hun toevlucht nemen tot realistische hakpartijen. Een 3-1
puntenoverwinning (of 1,5-0,5, maar dat maakt niet uit) is een zeer riante
uitslag, waarom zou je moeite doen of risico's nemen om voor het volle pond te
gaan? De modale dammers zullen het spel van de topspelers gaan kopiëren, zo gaat
dat altijd. Het spel wordt er al met al niet boeiender op. Omsingelingen,
k.v.o.'s, Parti-Bonnards, Leningraders, Van Leeuwensystemen, ze zullen in het
dammuseum terechtkomen ten faveure van allerlei oppervlakkige speltypes.
Het is niet verwonderlijk dat een dammer met een open, afgepaste speelstijl als
Tsjizjow een voorstander is van de Delftse telling. Hij zou er de -verloren-
WK-match tegen Georgiew achteraf vrijwel zeker mee gewonnen hebben. Georgiew
daarentegen durfde tegen zijn grote opponent nog een heuse k.v.o. op het bord te
brengen. Hij kwam er nipt mee weg, met de Delftse telling zou hij verloren
hebben.
Onzin wat ik schrijf? Nee, een topspeler als Ron Heusdens heeft al aangekondigd
zijn omsingelingsspel te laten voor wat het is als de Delftse telling wordt
ingevoerd.
En wat levert het allemaal op? Dat in een WK-match heel af en toe de score
1,5-0,5 wordt genoteerd? En zijn we daar zo gelukkig mee en is het allemaal zo
goed voor het imago van het damspel?
In nationaal opzicht wordt met de Delftse Telling eerst geëxperimenteerd op
NK-niveau. Bij een succes zal worden overgegaan tot 'algehele doorvoering'. Maar
een succes zal het altijd zijn. En als het géén succes is, dan wordt het wel een
'succes' door de puntenoverwinning al in te voeren bij een duurzame voorsprong
van twee schijven.
De algehele doorvoering lijkt dus een feit. En dat heeft als consequentie dat
8000 dammers het spel met de Delftse telling moeten gaan spelen. Winnen we daar
leden mee? Vermoedelijk niet één. Wie kan me één enkele persoon noemen die lid
wordt van een damclub juist omdat hij dan 'Delfts' kan spelen? Andersom vermoed
ik dat honderden dammers hun lidmaatschap zullen beëindigen. En dat kan voor
vele verenigingen, die nog maar uit 10-12 leden bestaan en amper een team meer
kunnen opstellen, rampzalige gevolgen hebben. Het is niet irreëel om te
veronderstellen dat bij 10% ledenverlies bij de dambond zo'n 30% van de clubs
zullen worden opgeheven.
Nogmaals: het negatieve saldo van het ledenverloop zal aanzienlijk zijn, of is
er iemand die dat wil ontkennen? En is dat niet een té hoge prijs voor een van
boven opgelegde invoering van de Delftse telling? Uiteindelijk is maar zo'n
20-30% van de modale dammer voorstander van de Delftse telling.
Een laatste grote bezwaar van de Delftse Telling is dat er een nieuwe variant op
ons spel wordt bedacht en we hebben er mondiaal gezien al genoeg. Zijn we niet
jaloers op de schakers die bijna overal op de wereld hetzelfde spel spelen? En
zijn we -of beter gezegd waren we- niet op de goede weg nu zo'n 40-50 landen met
de internationale regels dammen? Kijk voor de aardigheid eens naar de
(verwachte) deelnemerslijst van Curacao Open 2003 op het DamWeb Forum,
gelijknamige draad. Moeten we aan dammers in Timboektoe, die op de grond met
coladoppen het internationale spel spelen, gaan uitleggen dat ze in het vervolg
met andere regels moeten gaan spelen omdat dat in Delft en directe omgeving zo
is bedacht?
Kortom, het invoeren van de Delftse telling is een stap in de verkeerde richting.
|
|
|
Bert Zwart (voormalig finalist NK) |
Ik vind de Delftse telling in beginsel een interessant idee, omdat er
iets
aan het remiseprobleem moet worden gedaan. Delfts beoogt een
nauwkeuriger
prestatiewaardering te geven, en sluit redelijk goed aan op de
huidige
spelregels. De eindspelliteratuur behoud haar waarde.
Daarom is het jammer dat men dit idee om zeep helpt door het
overhaast in
te voeren. Overhaast? Ja, vanwege de volgende redenen:
- Er is te weinig mee geexperimenteerd. Slecht een handjevol partijen
tussen grootmeesters, de doelgroep.
- In het laatste kennisstadtoernooi vielen vrijwel geen
puntenoverwinningen. Je kunt je dus afvragen of er niet meer
geexperimenteerd moet worden met een 2 schijven puntenoverwinning.
Henk
de witt hoopt de 2-schijven PO in te kunnen voeren als de 3 schijven
PO te
weinig effect sorteert. Een slechte zaak, omdat de regels in het NK
niet
voortdurend aangepast kunnen worden, dat maakt een zeer slechte
indruk.
Tjalling Goedemoed, een voorstander van DT in het komende NK, gaf aan
het
experiment over twee jaar niet te willen voortzetten met een
2-schijven PO.
Als meer bondsraadleden hier zo over denken dan spelen we in 2006 dus
weer
een NK met gewone puntentelling. Zonde van al het werk. Hebben we dan
niets geleerd van de opkomst en ondergang van de driepuntentelling?
- Er is weinig bekend over enig draagvlak om komend jaar al met
delfts te
spelen. ik ben het niet eens met de mening dat de modale dammer niets
over
haar kampioenschap te zeggen heeft, en ook de mening van topspelers
lijkt
verdeeld.
- De maatregel schiet haar doel voorbij. Een remiseprobleem speelt
voornamelijk op WK niveau.
Als de FMJD niet mee wil met DT dan is het experiment gedoemd te
mislukken.
- De invoering van de DT is voorgesteld na een aanbeveling van de
evaluatiecommissie van de driepuntentelling. Diezelfde commissie
vond dat de driepuntentelling afgeschaft diende te worden
wegens het feit dat er dan verschillende puntentellingen naast elkaar
bestaan. Mijn inziens is dit argument ook van toepassing op DT.
- De implicaties op speltechnisch vlak zijn ook onduidelijk. Ik neem
zelf
bijvoorbeeld graag risico tegen een zwakkere speler om ervoor te
zorgen
dat die dan ook op winst gaat spelen. In DT zal dit niet meer lukken:
Mijn
tegenstander zal zonder enig risico gaan spelen op een
puntenoverwinning.
Ik ben dan ook bang dat er nog saaier zal worden gespeeld.
Of die vrees terecht is weet ik niet, daarvoor is er namelijk
nog veel te weinig geexperimenteerd. Wadim Wirny gaf al aan dat hij
met DT
nog "academischer" zou gaan spelen.
- De partijen zullen veel langer gaan duren. Als het speltempo niet
wordt
aangepast zal het publiek de helft van de tijd "vermaakt"
worden met
allerlei abstracte eindspelen. Ik ben bang dat dit alleen interessant
is
voor een klein groepje fijnproevers.
Ik stel dan ook voor om af te zien van een (te) snelle invoering.
Als compromis lijkt me het invoeren van "plusjes" geen
slecht idee. Dit
idee, toepast in goes, en ook nog eens voorgesteld op damweb forum
door
Gerard de Groot, laat de plusremises alleen maar meetellen bij gelijk
eindigen.
|
|
|
Jan van den Hooff |
Mijn mening: Laten de heren die willen veranderen zich zelf maar veranderen en
een betere journalistieke capaciteit ten toon spreiden als het dammen de schuld
te geven
|
|
|
Arjen de Mooij (voormalig juniorenkampioen van Nederland) |
Ik ben niet in principe tegen de DT, ik vind het zelfs een hele
verbetering.
Toch vind ik het invoeren daarvan in het NK 2004 wel heel snel, zeker
omdat
er op het moment 0,0 initiatief is om een toernooi te organiseren
waarin
geoefenend kan worden met de DT. Daarom zeg ik DT in NK 2004 nee! DT
in NK
2005 en in alle zomertoernooien, ja!
|
|
|
Ron Heusdens (nummer acht in het WK 2003) |
Ik ben als omsingelaar niet blij met de DT. De omsingelaar moet nou eenmaal
vaker remise maken dan de aanvaller, zodat ik mijn speelstijl dus zal aanpassen.
Maar dat is mijn probleem. In het algemeen vind ik de DT geen goede remedie
tegen het teruglopende ledental. Kinderen zijn tegenwoordig minder snel warm te
maken voor ons spel, omdat computerspelletjes eerder tot de verbeelding zullen
spreken. Ik denk dat we onszelf op de mouw gespeld hebben dat er te veel remises
vallen. Wat betreft matches hebben de critici gelijk, maar die worden
hoofdzakelijk door de FMJD georganiseerd. Als in het NK 1 op de drie partijen in
een overwinning eindigt en de remise partijen in de meeste gevallen het aanzien
meer dan waard zijn, waar praten we dan eigenlijk over? Matches mogen wat mij
betreft met het doordammen worden uitgevochten. Maar dat is niet een zaak van de
KNDB.
|
|
|
Gerrit Boom (meervoudig finalist NK) |
De
bondsraad heeft onlangs besloten om het pad van de zogenaamde
puntenoverwinning in te slaan. Mijn mening daarover kan, ondanks de
spelfouten, het best weergegeven worden door de woorden van Toby
Hage:
”
Laat ze een nieuw spelletje verzinnen dat Delfs Dammen heet of
zoiets, daarna kan iemand een nieuwe bond oprichten en allerlei
toernooitjes verzinnen. Vervolgens kunnen dan allerlei mensen die
Delfs dammen een leuk spelletje vinden meedoen aan deze toernooitjes,
enzovoorts. Ons spel is het damspel en daar is vind ik niets mis mee.”
Doel
van het invoeren van de puntenoverwinning.
Ik
heb een beetje het gevoel dat het doel van het invoeren van de
puntenoverwinning een beetje is ondergesneeuwd. Ik heb geen duidelijk
omschreven doel kunnen vinden (terwijl me dat wel noodzakelijk lijkt,
want hoe moet je anders later evalueren).
Een
doel zou kunnen zijn: de bestrijding van het remisespook.
Het probleem van mij is dat ik niet zo heel gauw spoken zie én
dat ik het bestrijden van spoken meer een taak voor de Ghostbusters
vind. Als dit het doel is, dan lijk het mij verstandig om deze
verschijning uit de geestenwereld eerst eens te verbinden met meer
aardse doelen.
Primaire
doelen zijn (bijvoorbeeld):
meer
leden
meer
sponsors
het
spel moet interessanter worden voor het publiek
het
voor de dammers zelf interessanter te maken”
meer
kans dat een winnaar komt in een toernooi i.p.v. drie winnaars die
gelijk eindigen, zoals bij het afgelopen WK (én het toernooi
in Delft)
Een
probleem met de puntenoverwinning is, dat deze zich vooral lijkt te
richten op doelen van een andere categorie, zoals:
Ik
noem dit secundaire doelen, omdat het geen zelfstandige doelen zijn,
waar het om gaat zijn de primaire doelen. Een direct verband tussen
de secundaire en de primaire doelen is moeilijk aan te tonen Of
publiek en sponsors de puntenoverwinning interessanter vinden,
betwijfel ik, (eerlijk gezegd denk ik dat ze de puntentelling vooral
ingewikkelder zullen vinden) en of de dammers het interessanter
vinden lijkt me een goede vraag.
In
tegenstelling tot de primaire doelen hebben de secundaire doelen een
subjectief karakter en zijn vooral ook een kwestie van smaak:
- meer
beslissingen (ja, maar wie zit te wachten op een puntenoverwinning)
- spannender partijen (ik vind de
partijen momenteel spannend genoeg)
- verrijking
van het eindspel (en het eindspel is al zo moeilijk)
Ik
ben van mening, dat als we al iets willen veranderen, dan moet dat
direct gericht zijn op de primaire doelen. En afwijken van de
mondiale spelregels moet daarbij zoveel mogelijk voorkomen worden.
Waar praten we over
Het
effect van de puntenoverwinning in de tot nu toe gespeelde toernooien
in Delft, ligt ongeveer op 10% puntenoverwinningen.
Consequenties
van de puntenoverwinning
Topsport Voor
de topsport op mondiaal niveau is invoering van de puntenoverwinning
geen goede zaak. Nederland gaat andere spelregels hanteren dat
de rest van de wereld en dat betekent dat Nederlandse topspelers
(maar uiteraard begint dat al bij de jeugd) aandacht en energie
moeten geven aan de specifieke Nederlandse regels, terwijl
buitenlandse spelers dat niet hoeven. Nederlandse topspelers die
meespelen op mondiaal niveau krijgen ook te maken met een extra
belasting, omdat ze telkens (soms op korte termijn) mentaal moeten
overschakelen van de ene spelsoort naar de andere. De selectie
van Nederlandse spelers voor Wereldkampioenschappen, Europese
kampioenschappen etc. zal moeten geschieden op basis van resultaten
volgens de nieuwe Nederlandse spelregels, daardoor is het niet zeker
dat de sterkste Nederlandse speler (in de FMJD-spelsoort) doorgaat
naar de Wereldkampioenschappen. Het is denkbaar dat een Nederlands
kampioen, die een kei is in puntenoverwinningen, op het
wereldkampioenschap niets presteert, omdat hij daar alleen maar
remises scoort.
Opleidingen Wat
betreft opleidingen zal het trainingsmateriaal van KNDB (zowel voor
de landelijke trainingen als de opleidingsmappen als Van der
Wal-diploma Wiersma diploma etc.) aangepast moeten worden.
Alle
trainers en waarschijnlijk ook de arbiters moeten bijgeschoold
worden.
Tijdsduur
van de partij Het is niet al te moeilijk om te voorspellen dat
gemiddelde tijdsduur van partijen bij het systeem van
puntenoverwinningen zal toenemen. In meer partijen zal de tweede
tijdscontrole gehaald worden, omdat er nou eenmaal meer te halen is
in het eindspel. De kans dat in een speelronde de tweede
tijdcontrole gehaald zal worden (en dat de ronde dus langer dan 6
uur duurt) zal beduidend toenemen. Dit lijkt me een ongewenst
effect
Spelwijziging Er
wordt wel eens gezegd dat de puntenoverwinning een minimale ingreep
in de spelregels is. Ik weet het niet, ik heb me daar niet in
verdiept, maar de meerderheid van de partijen eindigt momenteel in
remise en dus zal de meerderheid van de partijen hier mee te maken
krijgen. Telkens zullen de spelers zich moeten afvragen of een
eindspel dat onder het Fmjd reglement remise is, nu misschien een
puntenoverwinning is. Ook in het middenspel en misschien zelfs
al in de opening zal de puntenoverwinning effect hebben. Spelers
zullen zich bij elke mogelijke afwikkeling af moeten vragen: “ga
ik voor een puntenoverwinning, of neem ik iets meer risico en ga ik
voor de volle winst”.
Bestaande
literatuur/programmatuur De puntenoverwinning heeft gevolgen voor
alle bestaande damliteratuur en programmatuur. Ik ken tenminste geen
damboek waar het geen invloed opheeft; zelfs de waarde van een
fatsoenlijke openingscombinatie wordt kan daardoor anders beoordeeld
worden. Hieronder een opsomming van literatuur/programmatuur die
(eigelijk) aangepast moet worden ten gevolge van de
puntenoverwinning:
Alle
damboeken (Misschien met uitzondering van combinatieboeken, omdat
daar meestal alleen sprake is van winnende voortzettingen, maar er
ontstaan nieuwe soorten combinaties, n.l. de
puntenoverwinningcombinatie en, voor als je heel slecht staat, de
puntenverliescombinatie. Met de huidige spelregels kun je de
beoordeling van een combinatie nog simplificeren door het tellen van
de schijven van de overblijvende stand, maar met de
puntenoverwinning wordt die taxatie een stuk ingewikkelder) Om
een voorbeeld te geven: het wereldberoemde klassieke middenspel dat
bekend is onder de naam Woldouby-stelling verandert van een
remisestand naar een puntenoverwinning.
damprogramma’s
Er zijn twee versies van damprogramma’s nodig, één
voor de Nederlandse variant en één voor het
internationale spel; dus ook twee verschillende eindspeldatabases)
Turbo
Dambase (aangegeven moet worden onder welke spelregels een partij
gespeeld wordt en of het een puntenoverwinning betreft)
Programmatuur
om toernooien te organiseren, zoals het programma: Toernooimanager
(Hoe moet dat met Zwitserse toernooien)
Programmatuur
om ratings te berekenen (hoe waardeer je puntenoverwinningen?)
Wanneer de “onderlinge competitie” volgens de nieuwe
regels gespeeld wordt, dan moet mogelijk ook de programmatuur die
door de wedstrijdleiders van de clubs gebruikt wordt, aangepast
worden
Folders
Reglementen
Alle
trainingsmateriaal
Winnen
en verliezen Sport gaat over winst en verlies. Een minderheid van
sporten kent behalve winst en verlies, ook nog remise.
Puntenoverwinningen bestaan niet in de sport. Het enige wat er een
beetje op lijkt zijn puntenoverwinningen bij sporten als voetbal en
boksen, maar in die sporten zijn puntenoverwinningen: overwinningen.
Eerlijk gezegd weet ik niet of het begrip puntenoverwinning in
de damsport hier een voordeel of een nadeel is t.o.v. de
buitenwereld, ik neig meer naar het laatste.
Leden Een
interessante vraag is ook hoe de leden van de dambond eigelijk over
de puntenoverwinning denken; voor je het weet heb je twee dambonden
in Nederland. Ik durf met vrij grote zekerheid te voorspellen dat
het invoeren van de puntenoverwinning in ieder geval op de korte
termijn leden zal kosten. Door de toch forse consequenties van de
wijziging van spelregels zullen er leden zijn die hun lidmaatschap
van de KNDB opzeggen. De vraag is niet óf het ledental zal
dalen, maar hoevéél dat zal dalen.
|
|
|
Dominique de Rooij |
Waartoe dient de puntenoverwinning?
Om het krachtsverschil tussen (top)spelers beter tot uiting te laten
komen. Op zich een mooi streven. Ik heb vaak genoeg tegen sterkere
spelers remise "gekrauwd". Het is op zich niet vreemd, om
te
proberen manieren te bedenken om de speler die beter gespeeld
heeft te belonen voor zijn betere partij.
Je moet als KNDB, de leidende bond in de damwereld, initiatieven
nemen om het spel te verbeteren. Afwijken van bestaande mondiale
regels is slechts tijdelijk als je een goede ingreep neemt. Dan volgt
de rest wel.
De vraag of de puntenoverwinning een goede ingreep is, zal echter
alleen door een uitgebreide praktijktest aan het licht komen.
Ik weet eerlijk gezegd niet of een praktijktest in het NK 2004 en
daarna evt. in het NK 2005 echt zin heeft. Alles bij elkaar zijn dat
volgens mij nog geen 200 partijen, waaruit misschien 20 of 30
puntenoverwinningen rollen. Je moet dit eigenlijk massaal aan kunnen
pakken. Echter, aangezien het aantal wedstrijden tussen echte
toppers beperkt is, is dat bijna (zeg nooit nooit) niet te
bewerkstelligen. Een goede conclusie kun je dus misschien pas over
tien tot twintig jaar trekken, maar is er zoveel tijd?
Want wat is het belangrijkste probleem voor de damsport? Mijns
inziens het stoffige imago. Voor de jeugd is dammen niet attractief
en daarom vergrijst het ledenbestand en neemt het aantal leden af.
Voor sponsors is dammen niet attractief doordat er geen/weinig
media-aandacht is voor de damsport.
Ik heb het idee dat men de illusie heeft dat de puntenoverwinning
het middel is om een imago-verbetering te bewerkstelligen.
Een simpel spelregeltruukje lost de structurele problemen die er zijn
echt niet op hoor. Het is zelfs maar de vraag of de
puntenoverwinning iets verbetert. Eenvoudiger wordt het in ieder
geval niet voor het publiek.
Het dammen zal waarschijnlijk nooit een massasport worden. Maar
een goede aanpak van het echte probleem leidt volgens mij tot meer
maatregelen dan een puntenoverwinning. Ik denk dan eerder aan:
- speelduurverkorting
- forceren van een snelle beslissing bij toernooien (Wie wordt er nu
eigenlijk wanneer wereldkampioen? Het WK heb ik intensief gevolgd,
maar is die barrage al gespeeld? Zo niet, wanneer dan wel? Dit duurt
veel te lang. De "Goese remise" of de aanpak bij het
EK-dammen is
voor het publiek en de media veel overzichtelijker.)
- investeren in (semi-)professioneel jeugdkader (de aanpak in
Culemborg mag een voorbeeld zijn voor heel Nederland)
- stimulatie van samenwerking van damclubs bij jeugdtraining en
begeleiding
enz.
Als halve buitenstaander (ik ben sinds een jaar of twee eigenlijk een
beetje dammer in ruste) vind ik de felle discussies over en weer
eigenlijk nogal komisch. Discussieer onderling nog maar lekker een
paar jaar verder; het remiseprobleem lost zich uiteindelijk vanzelf
op
als er geen tegenstanders meer zijn om remise tegen te spelen.
|
|
|
Hanco Elenbaas (Winnaar Meestergroep 5de Internationaal Bijlmerdamtoernooi 2001) |
Vooral ben ik tegen de Delftse telling of andere puntenoverwinning, omdat een
kleine groep zogenaamd 'verlichte geesten' deze op misleidende wijze erdoorheen
probeert te drukken.
Bij het samenstellen van de huidige Bondsraad heeft men de kandidaten in de
eerste plaats geselecteerd op hun behoefte aan 'vernieuwingen'. Omdat de meeste
leden van de KNDB nauwelijks betrokken zijn bij bestuurlijke activiteiten,
afgeschrikt en ingeslapen door het doorgaans bedenkelijke niveau van degenen met
wie samen moet worden 'bestuurd', is deze groep 'vernieuwers' op
niet-representatieve schaal in de Bondsraad terecht gekomen.
Met dat probleem zitten we nu opgescheept.
Op de vergadering van 21 juni heeft de Bondsraad met 22 stemmen voor en slechts
1 tegen aangenomen dat op het NK 2004 wordt 'geëxperimenteerd' met een
puntenoverwinning.
De huidige Bondsraad is er niet voor dat dit idee getoetst wordt door een
enquête of een referendum, zogenaamd omdat het NK 2004 (en inmiddels ook de
komende Halve Finales) alleen (sub-)topspelers zou aangaan, maar in
werkelijkheid uit angst dat de achterban van de KNDB het 'verlichte'
Bondsraadidee aan flarden zal schieten.
In mijn ogen is het duidelijk dat we hier te maken hebben met een ordinaire
coup, die dreigt een scheuring in de KNDB te veroorzaken.
Het gezelschap achter deze coup heeft voortdurend benadrukt dat bijna alle
topspelers voor deze verandering zijn.
Dat nu blijkt ook verre van waar. Topspelers als bijvoorbeeld de huidige
wereldkampioen Alexander Georgiev, uitdager Guntis Valneris, oud-wereldkampioen
Ton Sijbrands, Johan Bastiaannet, Ron Heusdens, Paul Oudshoorn, Hein Meijer en
Wieger Wesselink zijn tegen.
We hebben hier dus te maken met misleiding en ten koste van de democratie met de
hoogste spoed, zonder voldoende ervaring, doordrukken van de eigen wil.
De Bondsraad minacht de 8000 leden van de KNDB, die geen (top)dammer zijn.
Gelukkig zijn in juridisch opzicht de nodige fouten gemaakt, zodat desnoods
mogelijk is middels een gang naar de rechter deze duistere bladzijde in de
geschiedenis van de KNDB met een gelukzalige glimlach uit de boeken te laten
verwijderen.
Mocht zelfs een gang naar de rechter niets uithalen, dan ben ik bereid me ten
volle in te zetten bij het helpen oprichten en laten functioneren van een nieuwe
Dambond, met oude spelregels, als aangehangen door de FMJD. Maar voorlopig heb
ik nog een klein beetje hoop dat de Bondsraad de komende weken toch weer bij
zinnen komt.
Tenslotte ben ik tegen de puntenoverwinning omdat mijn verzameling prachtige
Damboeken en -tijdschriften op slag waardeloos zal worden, want dammen met
puntenoverwinning maakt van het late middenspel en eindspel een heel ander
spelletje.
|
|
|
Rob van Eijk |
Door niet voor winst toereikende materiaalwinst met
+ remisepunten te belonen, presenteert de DPT zich als
een troostprijs. Dit onder het mom hiermee de
veelvuldig voorkomende reglementaire 1-1 uitslagen te
doorbreken. Afgezien of men nu voor of tegen deze
spelvernieuwing is, heeft het in het damwereldje
inmiddels heel wat reacties losgemaakt. Vreemd genoeg
gaan die niet of zelden over de speltechnische
aspecten, die het invoeren van de DPT met zich
meebrengt. Aan de hand van wat eindspelvoorbeelden
wordt de DPT als een verrijking voor het damspel
aangevoerd. In werkelijkheid zijn de gevolgen van de
DPT voor de echte damliefhebber desastreus. Behalve
dat het een aanslag pleegt op de bestaande
eindspelkennis, zorgt de DPT ervoor dat tientallen
(veelal (laat)-klassiekachtige) middenspelposities dan
niet meer speelbaar zullen zijn. Immers afwikkelingen
die als remise bekend staan, zullen dan aanleiding
geven om daarmee een DPT + score te bereiken.
Als damliefhebber vind ik het prachtig een partij te
zien, waarin een van de spelers vrijwillig voor een
omsingeling kiest. Maar hoe vaak gaat dat niet mis en
moet men via offers aan de noodrem trekken om een
puntendeling veilig te stellen. Welke dammer waagt
zich daar straks nog aan als dit risiconemende
initiatiefrijke spelelement door de DPT wordt
afgestraft? Het zijn maar enkele voorbeelden die
aantonen, dat de DPT door beperking van mogelijkheden
onbedoeld tot een verarming van het damspel bijdraagt.
Voorstanders van de DPT wekken de suggestie dat een
remise-uitslag tengevolge van een
(interesssante)dampartij niet past. In plaats van een
dergelijke spelwijziging zullen tot deze categorie
behorende spelers, die doorgaans moeite hebben om
standen met schijnbaar positioneel overwicht in
voordeelremises te zien stranden, de reden hiervan bij
zichzelf moeten zoeken. Antwoorden op vragen als, heb
ik wel voldoende lef getoond om de partij te winnen
en/of heb ik de mogelijke varianten wel goed genoeg
berekend en/of zoals in mijn geval te onderkennen dat
men een mindersterke dammer is als men zou willen
zijn, verdient de voorkeur boven elke gekunstelde
aanpassing van de spelregels, waar de DPT voor staat.
|
|
|
Erik van de Weerdhof |
1. Er bestaat het risico dat vlakker gespeeld gaat worden, om of een
nadeelremise te trachten te vermijden, of omdat men ervan uitgaat dat
vlak
spel voldoende zal zijn voor een voordeelremise, zodat men daar
risicoloos
naar toe zal spelen.
2. Bovendien zal iemand, die kan kiezen tussen een plan dat een
voordeelremise oplevert, of een plan dat bij goed spel van de
tegenstander
een gelijkwaardige remise oplevert, maar tevens de reële kans op een
fout
van de tegenstander biedt, in de huidige telling het laatste plan
kiezen. In
de Delftse telling moet hij echter voor het eerste plan kiezen, om
zijn
voordeelremise niet te vergokken. Dit zal leiden tot minder echte
overwinningen.
3. In de huidige telling zijn 2 grenzen, die tussen winst en
remise en die
tussen remise en verlies. Bij een Delftse telling worden dit 4
grenzen. Dit
leidt tot meer gepieker als 'hoe had ik die domme zet nou kunnen
doen, dat
heeft me in plaats van een voordeelremise een gelijkwaardige remise
gekost.'
4. Partijen duren langer, omdat het eindspel meer zal worden
uitgemolken.
Omdat er beter moet worden nagedacht over beslissingen aan het einde
van de
partij, lijkt vermindering van de bedenktijd me niet geschikt bij een
Delftse telling. In combinatie met het vorige punt kan dit bij
avondwedstrijden tot een erg slechte nachtrust leiden.
5. Er wordt meer verloren. De meeste mensen zijn meer
teleurgesteld over een
nederlaag dan dat zij blij zijn met een overwinning.
6. Er ontstaan onbegrijpelijke uitslagen voor de buitenwereld.
Iemand heeft
met 3-1 gelijkgespeeld. Bovendien wijkt het spel af van het spel dat
de
huisdammer soms pleegt te spelen. (En eventueel ook van het spel dat
een
clubdammer op lager niveau speelt, als de telling niet overal wordt
ingevoerd.)
7. Als reden voor invoering van de Delftse telling wordt
aangevoerd, dat
groot voordeel vaak niet genoeg is voor de winst, omdat de
remisemarge niet
is overschreden. Ook bij de Delftse telling blijft een dergelijk
probleem
spelen. Even uitgaande van een voordeel remise met 3 schijven meer,
kan
iemand denken 'verrek, ik had 2 schijven meer, maar toch krijg ik
geeneens
een voordeelremise.' Zolang je niet tot één of ander super
ingewikkelde,
mathematische telling overgaat, waarmee elk verschilletje (maar ik
had wel
de hoofdlijn, levert dat geen extra punten op...) in de score wordt
uitgedrukt, blijft dit probleem bestaan, omdat de marges grof blijven.
8. Daarbij, het is toch gewoon mooi als de onderliggende partij
na zware
strijd toch nog gewoon remise haalt. Dat is één van de charmes van
sport,
die ook in zovele andere sporten opgeld doet.
9. Beter staan is, zeker op lagere niveau's, geen garantie voor
voordeel in
het eindspel. Vaak worden partijen beslist door geintjes die
toevallig in de
stand zitten, en door beide spelers pas laat zijn onderkend.
10. Er kunnen misverstanden ontstaan bij remise-aanboden, zeker bij
tegenstanders met wie men geen gemeeschappelijke taal spreekt.
11. Als het damspel gewonnen zou zijn voor wit of zwart, zou het
geen spel
zijn. Een sterke speler zou dan vrijwel altijd winnen met de winnende
kleur.
Dit is echter, naar ik aanneem, niet het geval. Er zijn echter
spelers die
zo goed zijn, dat ze bijna altijd wel remise weten te maken in dit
spel. (In
plaats van de zogenaamd saaie remise moet deze heroïek van de
grootmeester
dan ook worden benadrukt.) Dit zal na verloop van tijd echter ook
kunnen
ontstaan in een ander spel, zoals dammen met de Delftse telling.
12. En tenslotte, iemand die bijvoorbeeld een 3 om 1 bereikt heeft 19
stukken geslagen, zijn tegenstander 17. Is dat nu zo'n groot
verschil? Zeker
als je bedenkt dat de minderheidspartij misschien ook nog één of meer
overbodige schijven heeft weggegeven...
De afgezwakte Delftse telling, dat wil zeggen remise is gewoon 1-1,
maar er
wordt wel een doelsaldo bijgehouden, lijkt me overigens een prima
idee. Het
lijkt me dan zelfs reëler om dit doelsaldo nog iets te verfijnen.
|
|
|
Arjan van den Berg (meervoudig deelnemer halve finale NK) |
Ik ben van mening dat er erg ongenuanceerd gesproken wordt over 'het'
remiseprobleem. Achter 1-1 kan evengoed een gevecht op leven en dood als een
bloedeloze grootmeester remise schuil gaan. Wie de moeite neemt de remises van
b.v. het afgelopen WK en NK na te spelen zal tot de conclusie komen dat er
slechts in een paar gevallen niet gedamd wordt. Tegen spelers die niet
geïnspireerd zijn helpt geen enkele nieuwe telling. Daarnaast is er alleen
sprake van een hoog remise-percentage aan de absolute top.
Een van de sterke punten van het dammen is de rijkdom die schuil gaat achter een
paar eenvoudige spelregels. Je verliest als je geen schijf meer hebt of er geen
meer kan zetten. Deze schoonheid van de eenvoud gaat met de delftse telling
verloren.
Een ander punt dat mij in het dammen aanspreekt is dat grootmeesters risico's
moeten lopen als ze van (groot-)meesters willen winnen. Voor technisch begaafde
spelers als Tzjizjow en Clerc is het met de nieuwe puntentelling niet nodig om
welk risico dan ook te nemen. Hun superieure strategische kwaliteiten zijn tegen
bijna alle spelers voldoende voor een puntenoverwinning.
Het misbruik van het belangrijkste toernooi van Nederland als proeftuin voor
alternatieve spelregels getuigt van een onwaarschijnlijke minachting van de KNDB
voor haar eigen vlaggeschip.
Bizar is natuurlijk ook dat je je via provinciale kampioenschappen dammen kunt
plaatsen voor het nederlands kampioenschap delfts dammen waar weer plaatsing
valt te verdienen voor het wereldkampioenschap dammen.
|
|
|
Ferry Kemperman (meervoudig deelnemer halve finale NK) |
Ik vind de DT (en het principe van de puntenoverwinning in zijn
algemeenheid) in strijd met de reele situatie op het dambord.
De puntenoverwinning is een kunstmatig gecreeerd concept dat in
strijd is
met de werkelijke situatie op het bord.
De remise bestaat niet voor niets. Een remise is zuiver technisch
bekeken
een situatie waarin beide partijen onmogelijk nog
kunnen winnen. Er is een soort "oneindige situatie"
ontstaan. Doorspelen
zal niet leiden tot een ander resultaat. De verhouding op dat moment
doet recht aan de uitslag van deze partij.
Een voorbeeld: een vier om
vier
standje met voor de witte partij licht terreinnadeel zal worden
"uitgemolken"
in een totaal oninteressant remise-eindspel, omdat er kans is op de
kunstmatige puntenoverwinning. Doet dit recht aan de verhouding in
dit 4 om 4
standje?? Ik denk het dus niet. Het feit dat een
"werkgroep" in het leven
moet worden geroepen om de precieze afbakening (lees: herschrijving
deel
spelregels) van dit concept vast te leggen zegt voldoende over de
complexiteit (lees: onpraktisch) en de kunstmatigheid van dit concept.
Dan komt nog de pers. Hoe denkt denkt deze "werkgroep" in
godsnaam dat ze
de puntenoverwinning gaan uitleggen in de landelijke pers?
De damsport maakt zich met de volgende, vooraf gedoemd te falen
poging,
wederom belachelijk in de landelijke en provinciale pers.
De werkgroep en de dammers hebben zelf de handen vol om te begrijpen
(en
dus af te bakenen) wanneer een puntenoverwinning tot stand komt, laat
staan dat iemand het kan uitleggen in de pers.
De HF2004 en het NK2004 gebruiken als proeftuin voor deze telling is
ronduit dramatisch, slecht doordacht en zeer voorbarig. Waarom niet
eerst
veel meer experimenteren met deze telling in toernooien. Waarom het
paradepaardje van de KNDB meteen zo te grabbel gooien?
Het wordt een aanfluiting.
Verder vind ik niet dat wij een remiseprobleem hebben. De strijd
vindt
plaats onder de "motorkap" van de uitslag. Harde en felle
gevechten
eindigen ook vaak in remise. In de Delftse Telling zal dit beslist
niet
veranderen. Dammers zouden moeten nadenken over hun eigen inzet bij
wedstrijden. Ook
het varieren met toernooivormen kan een oplossing zijn. Bijv. het
afgeschafte concept van die 20-kampen was een goede manier (niemand
wil 20x
remise in zo'm match) en het invoeren van knock-out wedstrijden ook.
De
remise-uitslag is geen probleem, maar de manier waarop, wij dammers,
het
benaderen wel.
Verder zal de DT een omgekeerd effect creeren: mensen gaan nog
voorzichtiger spelen, omdat ze bang zijn een klein nadeeltje op te
lopen
wat kan uitlopen op een puntennederlaag (bah wat een woord). Wellicht
pessimistisch gedacht, maar ik denk wel heel reeel.
De tweedeling tussen wedstrijden (met en zonder DT) zal als
onprofessioneel
worden ervaren in de pers en als zeer verwarrend voor de dammer zelf.
Je speelt immers een ander spel. Je verandert het doel van het
damspel door
invoering van de DT/puntenoverwinning. Er wordt anders gekeken naar
bepaalde standen door die extra kunstmatige uitslag. De huidige
eindspelbibliotheek wordt voor een gedeelte onbruikbaar gemaakt.
Mijn voorstel is dan ook: DT/puntenoverwinning in de prullenbak.
|
|
|
Fred Roedolph |
Ik zou het erg jammer vinden als de Delftse telling zou worden ingevoerd. Ik
denk zelf dat ik dan zou stoppen met dammen. Ik weet zeker dat er nog vele leden
zullen volgen. Het remise probleem is misschien bij een handje vol spelers in de
top aanwezig. En dan nog vaak bij matches om de wereldtitel. Ik vraag mij af of
je daarom het spel moet aantasten en de KNDB vervolgens zo'n 1000 leden gaat
verliezen.
|
|
|
Paul Oudshoorn (meervoudig finalist NK) |
Ik ben persoonlijk tegen de (snelle) doorvoering van de delftse telling omdat er
teveel verdeeldheid heerst over de uiteindelijke waardering van de
voordeelsremises t.o.v. overwinningen. Wel ben ik voor een zeer kleine
verandering in de prestatiewaardering.
Het lijkt me namelijk veel beter om een voordeelsremise, zoals door Jannes van
der Wal bedoeld, te waarderen met een + , terwijl een nadelige remise met een -
bestraft moet worden.
Dit lijkt mij een uitstekende methode om eindrangschikkingen van toernooien op
het bord te laten beslissen i.p.v. door allerlei rekenkundige stelsels.
Wanneer we daar langere ervaring mee hebben, dan zouden we altijd nog kunnen
beslissen om een x aantal plusjes met extra wedstijdpunten te honoreren.
Een verandering in puntenwaardering via het cijferstelsel leidt, zoals reeds
blijkt tot oeverloze discussies.
Dit is natuurlijk niet zo verwonderlijk, aangezien het bepalen van een
prestatiewaardering niet zomaar een mathematische aangelegenheid is, maar in
hoge mate een zaak van het hart is.
Ook ik ben voor een nuance in de prestatiewaardering, omdat ik het
onrechtvaardig vind dat benauwde puntendrukkers zich momenteel onbeschaamd de
gelijken kunnen noemen van hen die ze zojuist een uiterst nadelige remise hebben
afgesnoept. Dit moet in de toekomst naar mijn idee echt met een dikke min
aangeduid worden.
Met deze verandering beperk je natuurlijk ook allerlei herkampen, die nu
noodzakelijk zijn. Ook kunnen we bepaalde spelers, in bijvoorbeeld de halve
finales, dan de extra kans onthouden waar ze naar mijn idee eigenlijk geen recht
op zouden moeten hebben.
Ook zou deze ingreep de herkampen minder langdurig maken.
Ik vind het eigenlijk onbegrijpelijk dat het brandpunt van de discussie zich
niet meer richt op het hier beschreven voorstel, want het is naar mijn idee een
uitstekend compromis, waarmee veel gemakkelijker een algemene instemming te
vinden lijkt.
|
|
|
Ruud Kloosterman (meervoudig deelnemer halve finale NK) |
Waarom voor zo'n belangrijke beslissing niet gewoon
een enquête onder alle dammers ? Dat gebeurde twee jaar geleden ook
toen men een kortere speelduur overwoog. Dit voorstel is naar mijn mening nog
veel belangrijker, omdat het de essentie van het spel aantast.
Bovendien , de remise is niet het probleem , maar de spelers zelf. Er wordt
vooral gespeeld om niet te verliezen , in plaats van om te winnen. Te zelden komt het
mes nog op tafel.
Als ik dan ook nog eens zie dat half Nederland verleden jaar lyrisch
was over de
verrichtingen van Ajax in de Champions League , waar ze ongeveer alles
gelijk speelden, vraag ik me werkelijk af waarom dat dan ineens wel zo geweldig is.
Nee hoor , niks wijziging als het aan mij ligt , eerst enquêteren en
dan gewoon weer lekker op winst gaan spelen allemaal !
|
|
|
Dieter van Gortel (voorzitter Provinciale Limburgse Dambond) |
De invoering van de Delftse Telling (DT) geeft
mij reden tot grote, nee zeer grote bezorgdheid. Het genomen besluit is dan ook
zeer slecht doordacht heeft veel te weinig draagkracht en veranderd het damspel
waarmee de KNDB zich op meer dan glad ijs begeeft.
De beoefenaar van de damsport heeft gekozen
voor een spel net zoals anderen voor schaken, of een heel andere sport kiezen.
Als er meer dam varianten in Nederland zouden zijn (zoals in Rusland 10x10 en
8x8) dan zouden mensen ook nog kunnen kiezen in welk damspel ze zouden willen
spelen en als de KNDB dat aan zou willen bieden (of het slim is, is iets
anders) dan zou dat eventueel kunnen. Nu gebeurt iets heel anders, de leden van
de bond moeten op last van de KNDB een ander spel gaan spelen dan ze tot nu toe
speelden.
Nu weet ik wel dat de invoering in 2004
vermoedelijk alleen voor de finale NK zal zijn maar een verandering van
spelvorm zal altijd tot doel moeten hebben over de hele linie doorgevoerd te
worden. Dit is ook de intentie van de bondsraad en langs verschillende wegen
blijkt al dat invoering in Halve finale, dameswedstrijden en zelfs de junioren
in overweging is genomen.
Het remise probleem of de te grote remisemarge
zijn zaken die door verschillende personen anders gevoeld worden en velen zijn
dan ook van mening dat er geen remise probleem bestaat en als het er al is dan
alleen op het aller hoogste niveau. Veranderen van het spel zou dus betekenen
dat 99,9% van de wedstrijden anders moet gaan spelen vanwege die 0,01% die een
remise probleem hebben. Het alternatief om de regels alleen aan te passen voor
de top of in dit geval het NK maakt dat daar een ander spel gespeeld wordt dan
overal elders en zou een zeer slechte zaak zijn.
Bij haar besluitvorming spreekt de bondsraad
van grote steun uit de top van het Nederlandse dammen en doet ze het voorkomen
alsof er geen oppositie is, dit is een onwaarheid aangezien inmiddels duidelijk
is geworden dat de meningen op zijn minst sterk verdeeld zijn. De bondsraad wil
er echter niet aan om onderzoek te doen naar de draagkracht omdat zij meent de
wijsheid in pacht te hebben. Dat ik zelf daarom een enquête moet houden om de
verhoudingen in beeld te krijgen is eigenlijk triest.
Grote problemen heb ik verder bij een aantal
aspecten die ik hier kort wil noemen.
-
veranderingen die na korte tijd moeten worden teruggenomen hebben
een slechte invloed van het damklimaat in Nederland, veranderingen zouden
daarom beter doordacht, goed onderzocht en alleen met zeer brede steun
doorgevoerd moeten worden.
-
De waarde van de DT is zeer discutabel en de doelstellingen die
ermee gehaald moeten worden zijn zo onduidelijk dat een evaluatie nooit
onomstreden uitgevoerd kan worden.
-
Het kleine aantal puntenoverwinningen dat is te verwachten op hoog
niveau staat in geen verhouding tot de offers die gedaan moeten worden ten
koste van het spel.
-
De remise marge waarom het in eerste instantie allemaal te doen is
zal niet kleiner worden alleen sommige remises zijn dan plus remises of
puntenoverwinningen een kunstmatige uitslag want in de geest van het spel
blijft het remise.
-
Veranderen van het spel zelf brengt Nederland in een
uitzonderingspositie. Het damspel kent al veel versnippering maar juist
het 100 velden spel is nog overal gelijk. Met de DT doet de KNDB hier
afbreuk aan.
-
Dammers die het nieuwe spel niet willen spelen kunnen zich
organiseren in een nieuwe bond waardoor een afscheiding kan ontstaan met
alle gevolgen van dien voor de KNDB
-
Een volgend NK met DT kan niet opgenomen worden in de lange rij
van NK's het is een toernooi met een ander spel dat niet als een volgend
toernooi in deze lange reeks gezien kan worden maar slechts een
experimenteel toernooi met een experimenteel spel.
Ik hoop van ganser harte dat het bestuur van
de KNDB de wijsheid heeft het genomen besluit met kracht terug te draaien om
zodoende de rust in de KNDB te herstellen waarna met een goede planning gekeken
kan worden naar de toekomst door een groep van heren die niet uitsluitend voor
een bepaalde richting en zeker niet overhaast te werk willen gaan.
|
|
|
Jan Pieter Drost (oud-kampioen van Amsterdam) |
Sport is wedijver, gaat om winnen en verliezen. Dit
schreven de 'Vernieuwers' vorig jaar toen ze zich
presenteerden als kandidaat-bondsraadleden. Met die
uitspraak ben ik het van harte eens. Als er geen
winnaars en verliezers zijn, kun je spreken van spel,
misschien zelfs van kunst of wetenschap, maar niet van
sport.
Onbegrijpelijk dan ook dat diezelfde vernieuwers nu
kiezen voor een spelregelwijziging die juist geen
recht doet aan bovenstaand uitgangspunt. Naast de al
bestaande remise worden nog twee uitslagen gecreeerd
die tussen winst en verlies in liggen. Geen
buitenstaander zal begrijpen waarom wij halve winnaars
en halve verliezers kennen, en zoiets zal dan ook
leiden tot (verdere) ridiculisering van de damsport.
Maar ook wie vindt dat de Delftse telling een kans
verdient, kan toch niet van mening zijn dat het NK de
plaats is om dit idee uit te testen? Op het NK wordt
bepaald wie volgens de geldende regels de sterkste
dammer is. Daar experimenteren staat gelijk aan
afschaffing van het NK.
Kortom, de Delftse telling op het NK is een fout idee
op een foute plaats. Laat het vooral niet doorgaan.
|
|
|
Jelle Groeneveld |
De huidige wijze van introductie van de Delftse telling (DT) is gebrekkig. De DT staat inmiddels onder verdenking.
Het nemen van het risico van een scheuring in de Nederlandse dambond is uitermate onverstandig.
Geen afstemming met de FMJD en EDC zal snel problemen geven.
De DT leidt niet daadwerkelijk tot meer beslissingen. In het laatste toernooi in Delft (2003) eindigden een aantal grootmeesters ex aequo op de eerste plaats.
De DT heeft iets kunstmatigs; het is in strijd met de werkelijke uitslag op het bord.. En een belangrijk stuk eindspelhistorie kan direct naar het statisch archief worden gebracht.
De DT maakt van het dammen geen aantrekkelijk(er) publiek kijkspel.
Binnen de NCC is al geëxperimenteerd met een soort DT, na enkele jaren is dit afgeschaft.
Handhaaf dus de huidige puntentelling met daarnaast een praktisch te hanteren hulptelling die beslissingen brengt, wanneer spelers gelijk eindigen. Zo nodig in combinatie met
een andere tijdregeling en loting.
Als er al een ander systeem zou worden ingevoerd, beperk dit dan tot de hoogste damechelons.
Het is verstandig specifiek juridisch/notarieel advies in te winnen over de vraag of de beslissingen die inmiddels binnen de KNDB zijn genomen rechtskracht bezitten, nu bekend is geworden dat de laatste statutenwijziging niet aan de wettelijke en de statutaire vereisten voldoet. Die vraag is ook van groot belang voor (toekomstige) besluiten, ook over de DT.
|
|
|
Teun van de Krol (voormalig Nederlands sneldamkampioen junioren) |
Ik ben het er mee eens dat er een remise probleem is bij het dammen. Alleen
ik vind persoonlijk delftse telling niet de goede oplossing. Het maakt van
1 probleem 3 problemen. Ik zie eerder wat in een werkgroep modernisering
damspel. Dat de effecten onderzoekt van wijzigingen die aantal mogelijk
remise posities laat afnemen. Ik denk daarbij aan 10x11 bord of vergaande
bevoegheden van de derde dam. Ik wil gaarne de eenvoud in de uitslagen
bewaren.
|
|
|
Wieger Wesselink (voormalig Nederlands Kampioen) |
Het besluit tot invoering van de puntenoverwinning in de (halve)
finale van het NK 2004 beschouw ik als een overhaaste en ondoordachte
beslissing. Ik ben er daarom absoluut op tegen dat er nu al in
officiële toernooien met een puntenoverwinning wordt gespeeld.
Persoonlijk ben ik een voorstander van spelregelwijzigingen die
tot doel hebben de remisemarge te verkleinen. Maar dat mag niet
gebeuren zonder dat er gedegen onderzoek naar is gedaan. En dat
is met de Delftse telling in het geheel niet gebeurd. Om het
dan toch bij wijze van experiment op het NK in te voeren vind
ik getuigen van een groot gebrek aan respect voor de traditie
van het NK als belangrijkste toernooi en voor de deelnemers
daaraan.
Zoals ik al op het damweb forum uit de doeken heb gedaan moet
er wat mij betreft aan de volgende voorwaarden voldaan zijn om
een andere puntentelling in te voeren:
-
er moet precies geformuleerd zijn wat de doelstellingen van de
maatregel zijn, zodat deze later getoetst kan worden
-
er moet aannemelijk gemaakt zijn dat de maatregel het gewenste
effect heeft
-
de maatregel moet ruim vantevoren bekend zijn gemaakt, zodat
spelers zich kunnen voorbereiden
-
er moet voldoende steun onder de dammers zijn
Het moge duidelijk zijn dat op dit moment aan geen van de vier
voorwaarden is voldaan.
Verder wil ik nog een paar opmerkingen aan dit verhaal toevoegen. Er is
vrijwel geen enkele sport die andere uitslagen kent dan winst, remise en
verlies. Mijn inschatting is dat een ingewikkelde telling voor buitenstaanders
totaal niet interessant is. Het zal hen ook absoluut koud laten of
de bestaande eindspeltheorie al dan niet gehandhaafd blijft. Dus wat
mij betreft is het zeer de vraag of het voor de lange termijn niet veel
verstandiger is om (zoals in doordammen) een puntenoverwinning gelijk
te stellen aan een overwinning. Aan de overhaaste invoering van alweer een
nieuwe puntentelling kleeft ook een praktisch bezwaar. Als de Delftse
telling op hoog niveau niet tot een significant groter aantal beslissingen
leidt, dan maakt de damsport zich wat mij betreft ronduit belachelijk. Ik
zie Mart Smeets al grijnzen bij de NK-ronden waarin alles in 2-2 eindigt...
|
|
|
|